ACHTERTREIN
Remtrommels
Beide remtrommels moeten altijd dezelfde binnendiameter hebben; de trommels moeten dus altijd samen
worden uitgedraaid. De maximale slijtagediameter staat in de trommel gegraveerd.
ONMISBAAR SPECIAAL GEREEDSCHAP
Emb. 880 Slagtrekker
Rou. 943 Trekker voor naafdop
AANTREKKOPPELS (in daN.m)
Wielbouten 9
Naafmoer 17,5
UITBOUWEN
Verwijder de naafdop met de gereedschappen Rou. 943 en Emb. 880, Zet de handrem los en ontspan de secondaire handremkabels, zodat de hefbomen achter de trommels volledig terug kunnen komen. Steek een schroevendraaier door een gat van één van de wielbouten en druk tegen de hefboom van het handremmechanisme zodat de nok (E) vrijkomt van de remschoen. Druk daarna de hefboom geheel naar achteren.
Bouw uit:
- de naafmoer en de ring op de astap,
- de remtrommel.
INBOUWEN
Maak de trommel en voeringen stofvrij met een remmenreinigingsmiddel.
Monteer :
- de remtrommel,
- de ring en de naafmoer die u op de astap vastzet met het voorgeschreven koppel,
- de naafdop.
Stel af:
- de remschoenen door enkele malen op het rempedaal te drukken,
- de handrem (zie hoofdstuk 37).
AFSTELLING
Een verkeerd afgestelde, te strakke handremkabel:
• verhindert de goede werking van het automatische stelmechanisme van de remschoenen.
• veroorzaakt een te lange slag van het rempedaal.
Om deze verschijnselen te bestrijden mogen de kabels beslist niet strakker gespannen worden, want dan zouden de klachten in korte tijd terugkomen. Met de handremkabels mag de speling niet afgesteld worden. De handremkabels mogen alleen gesteld worden na het vervangen van:
- de remschoenen,
- de handremkabels,
- de handremgreep.
Bij andere werkzaamheden mag er niets aan de afstelling veranderd worden. Plaats de auto op een hefbrug die onder de carrosserie aangrijpt, draai de moer (1) los en trek het verdeeljuk geheel naar achteren.
Bouw uit:
- de twee achterwielen,
- de twee trommelremmen.
Controleer de werking van het stelmechanisme door de tandsektor (D) in de twee richtingen te verdraaien. Vervolgens draait u de tandsektor 5 tot 6 klikken terug om hem te ontspannen.
Controleer :
- de gangbaarheid van de kabels,
- of de handremhefbomen (B) correct tegen de remschoenen aanliggen.
Span de handremkabels geleidelijk bij het centrale verdeeljuk zodat de hefbomen (B) opkomen tussen de 1e en de 2e klik van de handremgreep en aangrijpen bij de 2e klik.
Blokkeer de contramoer (4).
Monteer de remtrommels en de achterwielen.
Laat de auto weer op zijn wielen rusten en stel de remschoenen af door enkele malen het rempedaal geleidelijk geheel in te drukken. U moet daarbij het stelmechanisme horen klikken.